ECMM / EUMM
(European Community Monitoring Mission, in 2000 gewijzigd in European Union Monitoring Mission)
Informatie over de missie
Politieke aanleiding
De federatieve volksrepubliek Joegoslavië bestond sinds haar oprichting in 1945 uit zes deelrepublieken: Slovenië, Kroatië,
Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro en Macedonië. In Servië lagen verder nog twee autonome provincies: Vojvodina en
Kosovo. Joegoslavië was een lappendeken van bevolkingsgroepen met elk hun eigen religie, cultuur en visie op het verleden.
De economische neergang en de opkomst van het Servische nationalisme zorgden in de loop van de jaren tachtig voor een fataal mengsel,
dat het einde van de federatie zou inluiden. De Serviërs wensten – als sterkste natie – het behoud van een krachtige Joegoslavische
eenheidsstaat als garantie voor het behoud van hun politieke macht en culturele identiteit. De economische en politieke emancipatie
van de andere republieken en de Albanese meerderheid in Kosovo kon hen vanzelfsprekend weinig bekoren.
De Serviërs vreesden bovendien voor de rechten van hun volksgenoten in de andere deelrepublieken. De Servische president Slobodan
Milosevic zag het Servische nationalisme als een handig vehikel voor zijn persoonlijke aspiraties. Hij stookte het nationalistische
vuurtje op door een Groot-Servië te bepleiten en zich als de beschermer van alle Serviërs in Joegoslavië op te werpen.
Dat leidde onvermijdelijk tot een botsing met Slovenië en Kroatië, die juist naar meer onafhankelijkheid streefden. De beide
deelrepublieken zagen de keiharde manier waarop het door Servië gedomineerde Joegoslavische federale leger (JNA) eind jaren tachtig
afrekende met het Albanese verzet in Kosovo als een verontrustend voorteken. Op 25 juni 1991 riepen Slovenië en Kroatië hun
onafhankelijkheid uit.
ECMM wordt EUMM
Op 22 december 2000 besloot de EU de ECMM voortaan rechtstreeks vanuit Brussel te leiden. De naam wijzigde in European Union Monitoring
Mission (EUMM).
De EUMM concentreerde zich in de daaropvolgende jaren op politieke ontwikkelingen en veiligheid. Daarnaast richtte de missie zich op het
monitoren van grensoverschrijdingen, spanningen tussen bevolkingsgroepen en de terugkeer van vluchtelingen. De aandacht van de EUMM ging in
toenemende mate uit naar Servië en Macedonië. Het sluiten van ongeveer 20 teamlocaties in Bosnië-Herzegovina en Kroatië was hiervoor een
aanwijzing. In de jaren daarop sloot de Europese Unie steeds meer EUMM-kantoren.
In 2004 trok EUMM zich terug uit Kroatië, gevolgd door Albanië eind 2006 en Montenegro medio 2007. Op 31 december 2007 kwam er een einde aan
de waarnemersmissie. De 3 Nederlanders waren al op 24 augustus 2007 teruggekeerd in Nederland.
Periode:
15 juli 1991 tot 24 augustus 2007
Uitgezonden militairen:
518
Taakstelling eenheden:
Waarnemingsmissie.
Nederlands aandeel in de European Community Monitoring Mission (ECMM): Nederland speelde als voorzitter van de EG (later EU) een belangrijke
rol tijdens de onderhandelingen in Brioni. Nederland leverde 39 waarnemers van de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken.
Daarnaast leverde Nederland 6 maanden (de duur van het voorzitterschap) de staf en een deel van het ondersteunende personeel voor de ECMM.
Taakstelling LO&Sportinstructeur (middels een bijdrage van Peter Rommelse):
Er zijn in deze periode 2 hoog officieren van de LO&S uitgezonden geweest als waarnemers.
Peter Rommelse over de functie: “Ik ben 6 maanden uitgezonden geweest als waarnemer voor de EC Monitor Misson (ECMM) Joegoslavië in 1994. Deze
missie is opgezet na afloop van de oorlog aldaar en om de toen gemaakte afspraken te monitoren. Het was geen militaire missie, maar georganiseerd
door de Europese Commissie.
Het Ministerie van Defensie leverde waarnemers, maar ook andere Ministeries. Je droeg geen militair uniform, maar was geheel gekleed in het wit, als
teken van onpartijdigheid en ongewapend.
Eenheden van defensie kregen de opdracht militairen voor die missie beschikbaar te stellen in een bepaalde rang voor bepaalde periodes. Zo kreeg de
LO&Sportorg de opdracht om voor de uitzending in 1994 een lkol te leveren. In eerste instantie werd een vrijwilliger gevraagd en ik heb me daarvoor
aangemeld.
Een aantal jaren later is er wederom een hoofdofficier gevraagd en is majoor Ton de Vaan uitgezonden naar Albanië.
De uitzending ging vooraf door een gedegen voorbereiding en opleiding vanuit Ossendrecht, met ondersteuning vanuit het Clingendael instituut. In die tijd
werd bepaald naar welk gebied je werd uitgezonden en wat de speerpunten daar waren.
Voor mij was dat in eerste instantie Kroatië maar dat werd later Albanië, omdat ik van de LO&Sportorg was, een goede conditie had en in Albanië veel
gelopen en geklommen moest worden om buitenposten en grenzen te bereiken.
In Albanië was het hoofdkwartier van de ECMM in Tirana en mijn standplaats was in Kukesi ( nu een paar uur rijden maar destijds een hele dag met de witte
Landrover, veelal door onherbergzaam gebied).
In Kukesi waren we ondergebracht in een bijna verlaten hotel, met een aantal waarnemers en (vaak te weinig) chauffeurs uit diverse landen. Twee weken in
Kukesi, daarna een paar dagen terug naar Tirana om logistieke redenen (fourageren, wassen van kleding, onderhoud aan voertuigen, e.d.).
Prachtig land, maar door verwoestingen van fabrieken e.d. door de eigen bevolking, door armoede en kaalslag van het landschap, verworden tot een troosteloos
geheel.
Het hoofdkwartier van de ECCM lag in Zagreb en de waarnemers waren verspreid over landen van het voormalig Joegoslavië (Servië, Slovenië, Bosnië, Herzegowina,
Kroatië en Montenegro) en eromheen, zoals Albanië, Macedonië, Bulgarije en Slovenië. In veel van die landen waren ook buitenlandse militaire eenheden gelegerd
om de vrede te bewaken.
Taak van de waarnemer was informatie verzamelen (over de uitvoering van de afspraken die zijn gemaakt na de oorlog in Joegoslavië), in de vorm van gesprekken
met militaire en civiele autoriteiten, waarnemingen aan de grens, je laten zien... en onderzoek in geval van incidenten.
Iedere avond rapportage via de satelliet verbinding naar Tirana en Zagreb.”
Rommelse, P. | 15-02-1994 tot 18-08-1994 |
Stuurop, A. (Bosnië-Herzegowina) | 13-02-1996 tot 15-08-1996 |
Vaan, A.J.J. de | 14-01-1997 tot 16-10-1997 |
Szamrowicz, S.W. (Bosnië-Herzegowina) | 01-12-1998 tot 15-07-1999 |
Nadere informatie:
- Defensie.nl:
- Wikipedia ECMM/EUMM:
- Verslag Ton de Vaan in Zandloper (blz. 12):